IN-TEAM I afscheidsinterview met Jeroen Keymeulen
Op mijn interviewteller staat een bescheiden vier, intussen. En kijk eens aan: vandaag, als laatste onderonsje van dit academiejaar, staat op het programma: een heus afscheidsinterview. Met de directeur nog wel. In de loopbaan van onze directeur Jeroen Keymeulen is één en ander op til, namelijk. Hier wil ik het fijne van weten. Ik ga zitten, tegenover hem, in het zwart lederen salonnetje van zijn kantoor. Ik kijk Jeroen aan en, wat is dit nu, ik schuifel. Help! Hoe gaat dat, een afscheidsinterview? Met wat voor pientere vraag begin ik? Met deze dus,
als ze al voor vraag kan doorgaan:
Jeroen. Een afscheidsinterview?
Goh, laat ons dat niet te veel in de verf zetten als je wilt.
What happened?
[lacht] Is dat je eerste vraag? O jee.
Het is inderdaad met een dubbel gevoel dat Jeroen de academie verlaat. Maar first things first: what happened. In een notendop. Uit een hertekening van het Stedelijk Onderwijs komt een nieuwe functie: die van netwerkdirecteur. Een uitdagende job voor wie, zoals Jeroen, is gebeten door begeleiden en leidinggeven. Ze combineert het klaarstomen en versterken van het beleidsvoerend vermogen van alle academies van Stedelijk Onderwijs Antwerpen met beleidsvoorbereidend werk rond thema’s waar alle niveaus van het Stedelijk Onderwijs mee te maken hebben (bv. hoe ga je om met vier generaties op de werkvloer?). Jeroen deed mee aan een pittige selectieprocedure, en nu ‘moet hij op de blaren zitten’: hij werd gekozen als een van de tien nagelnieuwe netwerkdirecteurs. Dat ‘op de blaren zitten’ doet hij met stijl, overigens; vol overtuiging, en toch pikt het een beetje,
want, zo zegt hij zelf: De Academie van Borgerhout is geen academie die je zomaar verlaat.
Waarom?
Het klinkt wellicht cliché, maar: omdat de Academie van Borgerhout een fantastische academie is. Ik ga hier ook niet weg met een idee van ‘mag het iets meer zijn’. Ik ben nog jong, ik voel me klaar voor de volgende stap, daar gaat het niet om, maar ik was hier ook graag nog een paar jaar gebleven. Om verder te schrijven aan ons verhaal. Dan heb ik het niet over het nieuwe decreet, dat komt van bovenaf. Ik heb het over het verhaal van co-creatie, en van de focusgroepen die zijn ontstaan. Er heerste al een hele goeie vibe, en ik denk dat we laatste drie jaren echt op die vibe zijn doorgegaan. Dat verhaal had ik graag verder zien groeien.
Hoe omschrijf je die vibe?
Dat is iets waar je hier niet naast kan. Ik herinner me dat het me al opviel bij de eerste voet die ik hier binnenzette: ‘dat leeft hier, dat lééft hier’. Eerst kan je er moeilijk de vinger op leggen, wat later weet je: hier wordt ‘in team’ gewerkt. Ik heb drie jaar met een fantastisch, gedreven team mogen werken. En vanuit die drive kan je hele mooie dingen realiseren – ik denk aan de instrumentgerichte AMV, uniek in Antwerpen, of de oprichting van een songwriting-afdeling, of het tweejaarlijkse project in De Roma, om maar enkele voorbeelden te noemen. Dat maakt ook dat ik deze school absoluut niet graag verlaat.
Voor hij directeur werd, heeft Jeroen acht jaar gitaarles gegeven. Vlak na zijn afstuderen aan het conservatorium stond hij reeds voor de klas. Intussen is ook het spelen op zich noodzakelijkerwijs wat naar de achtergrond verdrongen. Toch: de gepolijste, onderhouden vingernagels om klassieke gitaar te spelen, die zijn er nog, just in case.
Mis je dat nooit, dat directe contact met leerlingen?
Goh, buiten mijn opdracht hier kom ik nog regelmatig in contact met ‘leerlingen’. Zo geef ik in de zomer nog steeds les op muziekstages, of leid ik een jaarlijks muziekkamp in de paasvakantie. Ik vind het fijn om dat contact te blijven houden. En pas op, hier in de school ken ik ook wel wat leerlingen bij naam, hoor. Dan schrikken ze wel eens, als ik ze in de wandelgangen begroet. [lacht] Maar of ik het lesgeven mis? Minder en minder, moet ik toegeven, maar wel vanuit een positieve bril bekeken. Het trok me aan om als directeur op grotere schaal iets te kunnen ‘betekenen’ voor het deeltijds kunstonderwijs. De visie waarmee ik werkte voor mijn klas van 60 gitaarleerlingen, kon ik proberen uitbreiden naar een volledige academie. Ik ben oprecht blij dat dat gevoel deze laatste jaren ook bevestigd werd. Meer zelfs: het was voor mij ook enorm verrijkend om
met een grote groep collega’s in dialoog te gaan en samen tot een gedragen visie te komen.
Het spreekt wel tot de verbeelding, moet ik zeggen, die switch van leraar naar directeur. Hoe gebeurt zoiets?
In mijn geval is dat organisch gegroeid, geloof ik. Je weet hoe het gaat: je bent jong, je zit op het conservatorium, en je gaat de wereld veroveren. Daarnaast kom ik uit een onderwijsfamilie en zit het lesgeven wel wat in het bloed, dus maakte ik al vrij snel de keuze om mijn eigen passie voor muziek, en gitaar in het bijzonder, te gaan doorgeven. Maar ja, een mens kan niet alles blijven doen… Ik geloof dat ik vier-of vijfentwintig was toen de vraag zich opdrong: je speelt, je geeft les, je kan niet op beide domeinen vol blijven draaien, wat kies je? Ik koos voor het onderwijs. Vanaf het moment dat je die focus hebt bepaald, ga je beginnen nadenken, ga je bepaalde dingen beginnen zien. Ik ontwikkelde verder een oog voor het pedagogische, voor het strategische ook. Het duurde niet lang voor ik goesting begon te krijgen om de ideeën die ik verzameld had te kunnen gaan
toepassen. Ik voelde dat het mij op de duur zou gaan frustreren om in een omgeving te werken waar dat niet zou kunnen.
Dus, was het, in tegenstelling tot de beslissing om hier te vertrekken, niet zo moeilijk om die eerste stap naar een directiefunctie te zetten?
Klopt. Op de Academie in Oudenaarde waar ik destijds werkte, was het alleszins geen verrassing. Daar gingen soms al stemmen op: geen zin om in de toekomst de nieuwe directeur te worden? Die toekomst was daar echter nog wat ver weg, dus ben ik naar hier verhuisd voor de functie van artistiek directeur in de Academie van Wilrijk. Die paste precies in mijn kraam, ze was toegespitst op het pedagogische. En toch merkte ik na een tijdje dat ik in mijn denken nog generalistischer was. Toen kwam de vacature vrij voor algemeen directeur in Borgerhout.
De rest is geschiedenis – ik schrijf dat al eens graag. Het heeft iets geruststellends, vind ik, de logica achter het verhaal van Jeroens loopbaan: spelenderwijs ontdekt de speler dat er een pedagoog in hem schuilgaat. Ontdekt de pedagoog dat dirigeren bij dat spelen hoort (ook letterlijk: Jeroen leidt in zijn vrije tijd enkele koren). Ontdekt de dirigent dat een directeur al die dingen mag combineren in een richtinggevend pedagogisch spel. Ontdekt de directeur dat mensen de motor vormen. Een generalist staat op. Die netwerkdirecteur wordt. Ik vraag hem nog dit:
stel: je neemt afscheid, en je kan iedereen te woord staan die nu, of tijdens je tijd hier, iets met de academie te maken heeft of heeft gehad. Wat zeg je?
Ha! Opnieuw clichématig misschien, maar oprecht: bedankt voor het vertrouwen dat je in me stelde, dank voor de openheid – ook naar de leerlingen toe: dank om te kiezen voor deze academie. Weet je wat het ook is, ik ben ervan overtuigd dat mijn afscheid geen negatief effect zal hebben omdat deze school en dit team zó stevig zijn.
Wel een fijn gevoel om zo te kunnen vertrekken, lijkt me?
Absoluut!
Je mag op de beide oren slapen. Jeroen, alle voorspoed en plezier met je nieuwe job.
Nu doe jij precies alsof ik al weg ben. Eerst sluiten we dit jaar in schoonheid af. En het personeelsfeest wordt een knaller!
Tekst: Jan Hardies