Bij presentaties wordt vaak de vraag gesteld hoe het zit met water geven. Soms zien we bestekken waarin, al dan niet optioneel, water geven vermeld staat.
Moet het nu wel of niet? Het antwoord is als volgt:
Green-to-Colour beplantingsplannen zijn zodanig gemaakt, dat water geven onnodig moet zijn. Dit betekent dat als de juiste plant op de juiste plaats staat, er geen water nodig is. Ook hier wordt aan de ‘tekentafel’ bepaald wat het niveau aan onderhoud zal zijn.
Er zijn zelfs argumenten tegen water geven:
-
Een plant moet, om zich goed te kunnen handhaven, aan het werk en zelf in de bodem op zoek gaan. Door water te geven, maken we de plant lui. Hij zal bovenin de bouwvoor blijven hangen en niet gedwongen worden met de wortels de diepte in te gaan.
Op zich, als je consequent water zou geven, is dat niet zo erg, maar als je het regelmatig doet en je stopt er mee, zal de beplanting daar erg onder lijden. - Een tweede argument ‘tegen’ is de uitwisseling van lucht met de ondergrond. ALS je water geeft, moet het zoveel zijn dat een ‘pakket’ aan water tot diep in de wortelzone zakt. Hiermee wordt, als ware het een luchtpomp, lucht uit de grond geduwd. Met het zakken van het water ontstaat ruimte voor verse lucht. Regelmatig kleine hoeveelheden geven zorgt onder bepaalde omstandigheden voor een afsluitend laagje in de bovengrond, het is te weinig om veel meer te doen dan het blad te koelen, maar sluit de ondergrond af. Niet doen, dus.
Wanneer dan wel water geven?
Hoogst uitzonderlijk, als in het voorjaar in een hete, droge periode is geplant kan één keer een flinke gift water nuttig zijn om de boel aan de gang te krijgen. Als dat eenmaal het geval is: stoppen om bovenstaande redenen.
Soorten die binnen Green-to-Colour gebruikt worden, moeten dus voldoende bestand zijn tegen droge omstandigheden op de plaats waar ze staan.