De school moet voor kinderen en jongeren een veilige omgeving zijn. En dat lijkt ook zo te zijn. Want de producten die er gebruikt worden, zijn over het algemeen veilig. Maar zoals steeds gluren er ook op school onvoorziene situaties om het hoek.
Het Antigifcentrum krijgt jaarlijks een 400-tal oproepen voor ongevallen in een schoolomgeving. De producten waarvoor meestal wordt gebeld, zijn inkt, balpen, stiften, correctievloeistof, waterverf (type ecoline of wasco), fluostaafjes, bellenblaasproducten en lijmen. Maar er zijn ook blootstellingen aan planten en paddenstoelen, geneesmiddelen (onder andere Rilatine), ontsmettingsmiddelen (alcoholgel) en chemische stoffen (met ongevallen in het labo).
Lijm
Ongevalletjes met secondelijm kunnen heel vervelend zijn. Op de huid gemorste vloeistof of aan elkaar gekleefde vingers kan men voorzichtig losweken door langdurige onderdompeling in lauw water. Men kan een druppeltje afwasdetergent of olie ter plaatse inwrijven. Een nagelvijltje, een puimsteen of een fijn draadje kan helpen de laatste resten los te krijgen. Gevoelige lichaamsdelen kan men eerst insmeren met margarine.
Geduld is hier de boodschap: secondelijm is niet toxisch voor de huid en kan er dus wel enkele dagen op blijven zitten zonder probleem. Uiteindelijk zal de lijm van zelf loskomen.
Geneesmiddelen
Leerkrachten moeten uiteraard steeds een oogje in het zeil houden bij kinderen die medicatie moeten innemen op school. Therapeutische vergissingen, overdoseringen met medicijnen zoals Rilatine, neusdruppels, hoestsiroop kunnen tot vergiftiging leiden. Meer info via deze link.
Let ook op dat jongeren hun eigen medicatie niet doorgeven aan andere leerlingen.