Geen afbeeldingen? Webversie |
|
Inhoud nieuwsbrief GreentoColour® #18 - week 13, 2016 |
|
Bemesting, organische stof, mulch:
|
Vasteplanten hebben de eigenschap om het hardst te groeien in september, oktober en een stuk van november. Groei betekent dan: het zwaarder worden van de ondergrondse delen, die in het volgende voorjaar weer uitlopen. Bloei is geen groei, dus hoe fraai een plant er in de zomer ook uitziet: in het najaar komt hij weer op krachten. Heel belangrijk is het dus, dat de plant juist in die periode over voedsel kan beschikken. De mest die nu, maart/april gegeven wordt, heeft een werkingsduur van maximaal vier maanden. Organische stof in de grond is voor de wortels van levensbelang om voedsel te kunnen opnemen. Afhankelijk van de grondsoort verliezen we jaarlijks, zonder ingrijpen, hiervan ongeveer 2 tot 4 procent, op het grove zand soms wel het dubbele. Uitputting van de organische stof kent een grens. Als er te weinig aanwezig is, houdt de plant het voor gezien, mesten helpt niet meer. |
|
Dankzij het laten liggen van mulch, na het maaien, bereiken we twee dingen:
Na het maaien afruimen van de mulch is dus een verkeerde maatregel, de mulch is goud voor de grond! |
Wortelonkruid in de greep |
In onze testtuin hebben we afgelopen week een sortiment geplant waarvan we het vrijwel zekere vermoeden hebben dat ze wortelonkruid zullen onderdrukken. Op de betreffende plaats is vorig jaar kweek, zevenblad, heermoes en distel aangebracht zodat de ‘vijand’ zich kon vestigen. De vasteplanten worden op twee tijdstippen geplant, half maart en derde week april, zodat we kunnen zien of dat effect heeft op de ontwikkeling. De soorten zijn zodanig gekozen dat er heel snel een dichte bodembedekking plaatsvindt, analoog aan wat we op veel plaatsen in de praktijk al gezien hebben. In de komende maanden doen we verslag van de resultaten. |
|
OnderhoudsfrequentieDe meeste onderhoudsopdrachten voor dit jaar zijn uiteraard vergeven, maar een opmerking daarover kan misschien geen kwaad. In bestekken wordt altijd gesproken over ‘beurten’, met soms de enigszins onduidelijke aanduiding; ‘…. Uitgaande van 6 (of 8) beurten'. Wat er echter niet bij staat, is de lengte van de beurten, waardoor dit aantal soms in een hoog tempo opgemaakt wordt en na augustus er bijna geen gelegenheid meer is. |
|
In de praktijk zien we de beste- , dus eenvoudigste resultaten als een hogere, maar korte frequentie van onderhoud aangehouden wordt. Na de afgelopen zachte winter ervaren we dat op plekken waar heel laat, begin november, nog een laatste beurt is uitgevoerd, deze na het maaien zich al terugverdient: er hoeft heel weinig gedaan te worden. |
In feite gaat het dus niet om ‘aanbrengen en onderhouden’, maar ‘aanbrengen en dicht laten groeien’ en het slim omgaan met de beplanting. Bij twijfel of behoefte aan extra instructie zijn wij snel ter plaatse. |
Voorwaarde 17: AfwaaienPlanten die in GreentoColour® zijn opgenomen, moeten aan 21 door ons geformuleerde voorwaarden voldoen. Eén daarvan is ‘afwaaien’. |
|
Een korte uitleg: er zijn vasteplanten die in de eerste fase, tot ca. half augustus, kruidachtig zijn. Daarna vindt een verhouting plaats en worden ze min of meer breekbaar. |
|
Een voorbeeld daarvan is Calamintha nepeta (linkerfoto), die je soms, als ze op de verkeerde plek zijn gebruikt, afgebroken op een hoop gewaaid ziet liggen. Dicentra spectabilis (rechterfoto) kan daar ook last van hebben, deze plant maakt soms een heel zware pruik blad, maar staat op één breekbare stengel. Ook bij dit soort kan het afwaaien voorkomen. Het treedt weliswaar niet vaak op, maar op een talud of ‘om de hoek’ van een gebouw kan het een probleem zijn. Om die reden doet een aantal soorten niet mee, waaronder, inderdaad de twee bovengenoemde. |
Op onze GreentoColour®-site ziet u het effect na enkele maanden van het 'mesten, maaien en mulchen in maart' van vasteplanten in het openbaar groen. |
|
|
|
Uw contactpersonen:Bert Griffioen Hans Hoek |
GreentoColour® is een merk van: |
info@griffioenwassenaar.nl T +31 (0)70 517 71 75 |
|