IN-TEAM I kennismaking met Sander Le Roy
Tien jaar geleden werd Sander Le Roy uitgenodigd op de Academie van Borgerhout als extern jurylid. ‘Nu ik er aan terugdenk, diezelfde dag nog heb ik gesolliciteerd,’ zegt hij, ‘ik zou na de deliberatie snel naar huis gaan, ik zat midden in de examens op het Lemmensinstituut, en toen vroeg de directeur: “Iets drinken, Sander?” Ik wist: dit is belangrijk, als ik hier aan de slag wil (lacht). Dus bleef ik nog even. En voilà, de toon was
gezet’.
Zou het daaraan kunnen liggen, dat er ‘iets van een feestje’ in de lucht hangt wanneer Sander over de academie vertelt? Of heeft het er mee te maken dat hij straks, na ons gesprek, het Sinterklaasconcert dirigeert? ‘Mag dirigeren’, corrigeert hij me.
HET VERKEER REGELEN
Zo’n Sinterklaasconcert dirigeren blijkt geen sinecure: ‘Als dirigent is dat best spannend. Je moet het je voorstellen: dat zijn allemaal eerstejaartjes, een stuk of honderd, nog nooit met een dirigent gewerkt, vaak nog nooit opgetreden. Dus de hele tijd staan ze naar hun papa’s en mama’s te zwaaien. Dan zijn er nog de muziekpieten; collega’s die meespelen; dwarsfluit, hobo, klarinet, cello, accordeon, piano. Terwijl die kinderen enkel pianobegeleiding gewend zijn. Die weten niet waar ze het hebben, natuurlijk, beginnen dan mega-enthousiast te zingen zonder nog naar de muziek te luisteren of naar mij te kijken (lacht). Daar sta je dan, het verkeer te regelen. Maar heel fijn, hoor.’
Sander geeft fulltime les op de academie, piano en AMV, aan leerlingen tussen 7 en 70 jaar. Hij coördineert de
pianoafdeling, zit daarvoor in het PECO-team (Pedagogische Coördinatie), en hij zit de focusgroep ‘gezelligere school’ voor.
Het zit hem als gegoten, zoals hij tegenover me zit en zijn job uit de doeken doet: ‘Op de Academie van Borgerhout kwam ik terecht in een bloeiende omgeving. Er heerst een goeie drive. Je krijgt er veel waardering voor wat je doet. Je merkt ook dat alle collega’s veel voor elkaar willen doen. De leerlingen van de compositieklas hebben openbare proef, bijvoorbeeld; dan komen vijf collega’s samen om de arrangementen van de leerlingen te repeteren, op een pinkstermaandag. Dat doe je voor elkaar. Er is veel goesting.’
IETS KOSTBAARS
Wacht even.
Coördinatie, piano, AMV, dirigent. En het liefst van al zingt hij, kom ik te weten. Af en toe zingt hij in een theaterproductie, bij toneelgroep NUNC bijvoorbeeld, en hij verzorgt zangworkshops voor teambuildings. Hij is zangcoach bij een musicalgezelschap in Zandhoven (volgend jaar staat hij er zelf op de planken), en stemcoach af en toe, bij Koor&Stem. Verder werkt hij freelance als zanger en soms als pianist, en dirigeert hij twee koren: een kinderkoor bij de vzw Waelrantkoren (tussendoor vraagt hij: ‘Waarom zijn je kinderen nog niet ingeschreven, Jan?’) en een volwassenenkoor in Hoogstraten.
Ik reageer met iets in de aard van: dat kan tellen. Je zou haast vergeten dat er een voltijds muziekleraar tegenover je zit. Over dat laatste zegt hij: ‘Ik wilde altijd graag lesgeven. Vroeger dacht ik: goed, dan
geef ik later Frans of wiskunde. Het heeft lang geduurd voor ik besefte dat je ook pianoles kon geven. Mijn zingende collega’s vragen soms: “hoe kan jij zoveel lesgeven?” Maar ik doe het gewoon graag. Voor mij is lesgeven niet zomaar een middel om daarnaast te kunnen doen wat ik wil. Ik wil iets overbrengen aan mijn leerlingen. En ik kan mijn passie voor muziek pas overbrengen als ik zelf nog ervaar hoe het is om op een podium te staan. Hoe kan ik anders mijn leerlingen aanmoedigen om concerten te gaan spelen? Ik kan toch niet als een uitgedroogde mus voor de klas staan? Dan ben je niet geloofwaardig. Niet dat ik optreed omdat ik vind dat het moet. Optreden is ontzettend leuk, daarom geef ik daar zo graag les over.’
Iets kostbaars doorgeven, daar is het Sander in het lesgeven om te doen, zoals op zo’n
teambuilding. Bij mij doet dat woord iets met de haartjes op mijn nek, maar hij heeft er een mooie anekdote over: ‘Die mensen hadden nog nooit gezongen. Eerst was er veel schroom. Dan doe je de oefeningen en nadien hoor je: “Heb jij een koor? We willen dit meer doen.” Daar doe je het voor. Je ziet gêne wegvallen. Je ziet mensen iets ontdekken.’
We ronden af. Op naar het Sinterklaasconcert. Ik wens hem veel merde en denk: ik geloof dat ik volgend jaar mijn zoon maar eens inschrijf voor dat koor.
Tekst: Jan Hardies