Verslag 16 december 2016: In een bevlogen verhaal over rechtsbescherming ging Ludwijn Jaeger in op de rechtsbescherming. Dat gaat niet zozeer over de formele regeltjes maar over het daadwerkelijk effectief kunnen benutten van:
• toegang tot het recht (en de rechter)
• tijdige toegang, en
• voorspelbare toegang
Door tegenstrijdige arresten van de civiele en fiscale kamer van de Hoge Raad over de vraag bij welke rechter kan worden aangeklopt bij afwijzing van uitstel van betaling door de fiscus, wordt die ‘effectieve toegang’ in ieder geval niet bereikt.
Ludwijn ging vooral in op twee uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over het recht op een eigen (tegen-)deskundige (arrest-Korosec) en over het recht om getuigen te horen in fiscale zaken (arrest-Gillissen). Met name ‘Gillissen’ bevat een sterke aansporing aan de Nederlandse rechter om een (voorwaardelijk) aanbod tot bewijslevering door het horen van getuigen niet te snel af te wijzen. Het is te hopen, zo besloot Ludwijn, dat de Nederlandse rechter deze aansporing zal opvolgen en op die wijze daadwerkelijke(re) toegang tot het recht zal bieden.